Milwaukee 0757-20 User Manual Page 31

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 294
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 30
De woningverhuursector
21
hier, in navolging van onder andere Gerrichhauzen (1990), Faber (1997), Gruis
(2001) en Smeets (2001d), alleen het historisch kader van de non-profit huursector
geschetst.
non-profit sector (sociale huursector)
In de tweede helft van de 19
e
eeuw nam, als gevolg van de industriële revolutie,
het aantal arbeiders in de grote steden snel toe. De woonomstandigheden van
deze arbeiders waren over het algemeen slecht. Het doel van de eerste
corporaties, die met name werden gesticht door filantropen, vakbonden of
werkgevers, was het bouwen van woningen voor arbeiders. In die periode was er
voor het eerst sprake van overheidsbemoeienis in relatie tot wonen als reactie op
ontwikkelingen rond de volksgezondheid. Deze bemoeienis speelde zich echter
voornamelijk af op gemeentelijk niveau.
De bemoeienis van de rijksoverheid met het wonen van de bevolking begon
feitelijk pas in 1901 met de invoering van de Woningwet. In de eerste periode na
de invoering van de Woningwet werden aan de corporaties rijksvoorschotten en
jaarlijkse bijdragen in het vooruitzicht gesteld, om woningen te bouwen die
voldeden aan de geldende kwaliteitseisen. Met de invoering van de Woningwet
werden de corporaties, die oorspronkelijk particuliere initiatieven waren, toegelaten
instellingen; taakorganisaties van de overheid. De invoering van de Woningwet
vormde de aanleiding voor een sterke uitbreiding van het aantal corporaties.
In de afgelopen eeuw heeft, sinds de invoering van de Woningwet, de bemoeienis
van de overheid met de corporaties verschillende vormen gekend.
Rond de Eerste Wereldoorlog was de rol van de overheid bescheiden. Het beleid
richtte zich vooral op krotontruiming, krotopruiming en vervangende nieuwbouw.
Na de Tweede Wereldoorlog werd, tijdens de opbouw en wederopbouw, de
verbondenheid tussen de overheid en de corporaties zeer sterk. De
Woonruimtewet, de Wederopbouwwet en de Huurwet werden van kracht.
Vanwege de financiering door de overheid bepaalde na verloop van tijd de
overheid zelfs de feitelijke huurprijsstelling en de verdeling van woningen. De
corporaties werden daarmee meer en meer een verlengstuk van de overheid. Toch
overheerste tot het begin van de jaren ’60 de bouw door de gemeentelijke
woningbedrijven. In 1962 kwam het ‘primaat’ echter weer bij de corporaties te
liggen, doordat met een wijziging van de Woningwet opnieuw werd vastgelegd dat
corporaties bij nieuwbouw voorrang dienden te krijgen op gemeentelijke
woningbedrijven.
Toen de wederopbouw grotendeels voorbij was, gingen corporaties zich steeds
meer verzetten tegen die grote overheidsbemoeienis. Onder politieke en
maatschappelijke druk werd als reactie daarop in 1958 de Commissie De Roos
geïnstalleerd, die een advies moest uitbrengen over de wijze waarop de
zelfstandigheid van de woningcorporaties moest worden versterkt. Omdat veel van
de voorstellen in het in 1964 verschenen eindrapport van de Commissie De Roos,
die met name betrekking hadden op het vergroten van financiële zelfstandigheid,
later in beleidsmaatregelen zijn omgezet, is dit rapport van groot belang voor de
sector gebleken. Toch is de daadwerkelijke vergroting van de zelfstandigheid van
Page view 30
1 2 ... 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 ... 293 294

Comments to this Manuals

No comments